Deze tiendelige blogreeks is onderdeel van de themareeks Management & BI’. De blogreeks is bedoeld voor managers die wat meer willen weten over Business Intelligence, maar dan in begrijpelijke taal zonder alle technische termen en hypes. De blogs vormen een samenvatting van de inhoud van het 100 pagina’s lange eBook ‘De 10 Need-to-Know’s, een introductie van Business Intelligence voor managers’.
Dit is de eerste blog in de reeks. Hierin laat ik de belangrijkste begrippen rond BI de revue passeren als basis voor de komende need-to-know’s.
Wat is Business Intelligence nu eigenlijk?
Zoals met zoveel termen is ook deze voor velerlei uitleg vatbaar. Ik beperk me hier tot het managementperspectief op het ICT-werkveld dat zich hierover heeft ontfermd. De definitie:
“Business Intelligence (of kortweg: BI) is het werkveld binnen ICT dat er, door middel van een set van ICT -tools en -processen, voor zorgt dat bruikbare managementinformatie (of kortweg: MI) wordt gegenereerd uit beschikbare bedrijfsdata.”
Waar doen we het voor?
Je kunt je als manager afvragen: “Het klinkt allemaal leuk ‘BI voorziet mij van managementinformatie’, maar mijn normale applicaties leveren al allemaal rapporten op. Als ik die naast elkaar leg dan heb ik toch ook een aardig overzicht? Ik zet er wel een analist van het bedrijfsbureau op!”
Hoe geldig die overweging ook is, in de praktijk blijkt dat het gat tussen gevraagde en geleverde managementinformatie steeds groter wordt (‘the information gap’). Er komt steeds meer bedrijfsdata ter beschikking uit de bedrijfssystemen en er wordt steeds meer informatie gevraagd door de managers. Dat terwijl het aantal bedrijfsanalisten dat voor managers informatie uit de bedrijfsdata moet maken, steeds kleiner wordt (percentueel t.o.v. het totaal aantal Fte’s). BI reikt hierbij de helpende hand. Met behulp van BI wordt data automatisch gekopieerd uit de operationele systemen (de primaire bedrijfsapplicaties), gecontroleerd, verzameld, geïntegreerd, bewaard en daarna geherstructureerd naar een vorm die geschikt is voor analyse. Ook zijn er tools om data-analyses te doen, om rapporten of dashboards te bouwen en om managementinformatie te distribueren.
Ondersteund door BI zijn de analisten van jouw bedrijfsbureau weer bezig met waar ze eigenlijk voor bedoeld zijn: al die data en informatie bekijken en analyseren om er bedrijfsvraagstukken mee op te lossen. Het vervelende werk wordt door de BI-techniek gedaan.
Enkele voordelen van BI
- Productiviteit van managers en de analisten (kenniswerkers) verhogen, omdat zij minder tijd hoeven te besteden aan het ophalen en controleren van bedrijfsdata vanwege tools die zij ter beschikking krijgen waarmee zij zelf voor hun MI kunnen zorgen.
- Effectief om kunnen gaan met de stijgende volumes van bedrijfsdata.
- Gegevens uit meer databronnen logisch met elkaar in verband brengen om rijkere en waardevollere informatie te genereren (integreren van data).
- Externe gegevens gebruiken om de kwaliteit van de data te verbeteren en om de interne data te verrijken.
- Betere loskoppeling van productie, waardoor informatievragen het functioneren van de productiesystemen niet verstoren.
Hieronder staat een overzicht van de zes primaire basisstappen in het logistieke proces van Business Intelligence.
De zeven basiscomponenten van een BI-omgeving
1. Data staging layer
Deze component is de plaats waar alle verzamelde brondata tijdelijk wordt opgeslagen in ongewijzigde vorm (ook wel Operational Data Store genoemd en in sommige gevallen een ‘Data Lake’). In principe blijft de data, veelal in de vorm van gewone files, hier staan wachten totdat de data succesvol is verwerkt in het data warehouse tijdens het integratieproces.
2. Process data warehouse
Dit is een data-pakhuis (data warehouse, dwh) waarin we de geïntegreerde data opslaan, die resulteert uit het data-integratieproces. Deze laag wordt ook wel de datalaag genoemd. Het component gebruikt vaak een relationeel datamodel (soms data vault), omdat die datastructuur goed aansluit bij de datastructuren die gebruikt worden in de primaire productiesystemen. Het process dwh helpt om de relaties tussen data uit diverse bronsystemen goed kunnen leggen.
3. Analytical data warehouse
Deze component is ook een data-pakhuis, maar deze keer is hij bedoeld om data in op te slaan die is geherstructureerd naar een model dat veel beter geschikt is voor analyse. Dit ‘multidimensionele’ model is gebaseerd op zogeheten ‘feiten’ en ‘dimensies’. Het analytical dwh helpt om feiten correct te definiëren en om gemeenschappelijke dimensies consistent toe te passen.
4. Data marts layer
Deze BI-component bestaat uit één of meerdere deelverzamelingen van de data uit het analytische data warehouse. Er zijn twee hoofdredenen om deze component te gebruiken: als deellevering van data en informatie aan bijvoorbeeld een managementdiscipline (marketing, finance, operations, HRM) of als middel om de verantwoordelijkheid van ICT (robuuste levering van data) te scheiden van de verantwoordelijkheid van de business (selfservice gebruik van de data om er zinvolle informatie uit te distilleren).
5. Reporting layer
Deze component bestaat uit allerlei tools die bedoeld zijn om de geleverde analytische data verder te bestuderen, om managementrapporten te genereren of om dashboards te maken.
6. Data logistics
Dit is de component in een BI-omgeving die zorg draagt voor de transport en bewerking van de data. De datalogistieke component ligt als een transportlaag onder de totale BI-omgeving.
7. Data quality
Naast de BI-componenten die bedoeld zijn om de analytische data te leveren, bestaan er allerlei tools die vooral bedoeld zijn om de kwaliteit van die data te beheren en verbeteren.
Het volgende blog uit de reeks gaat specifiek over brondata: ‘Business Intelligence voor Managers, Need-to-know #2: Brondata, garbage in – garbage out’. Een verdere uitleg over de basisbegrippen vind je in het gratis eBook ‘de 10 Need-to-Know’s rond BI voor de manager’. Als je op de hoogte wilt blijven wanneer de volgende blog in deze reeks verschijnt, dan kun je je hier abonneren op het thema Management & BI.
